Na het record van 12 % vorige maand, klom de inflatie in september naar 17.1 %. De Europese Centrale Bank zal dus de rente de komende vergaderingen blijven verhogen.
Ik weet even niet wat ik zeggen moet. — Peter Hein van Mulligen
De daling van ons vermogen zette door, veroorzaakt door verliezen op de beurs, en omdat we een deel van ons vermogen afschreven.
In september verloren we -6.17 % van ons vermogen.
Dat is inclusief onze inleg.
Zonder inleg bedroeg de daling -7.29 %.
Waar ons vermogen op 1 september 26.67 keer onze jaarlijkse uitgaven bedroeg, was dat aan het einde van de maand 25.03 keer onze jaarlijkse uitgaven.
Savings rate
Onze savings rate was met 76.93 % hoger dan voorgaande maanden.
Ons inkomen is nog steeds lager dan voorheen, maar deze maand ontvingen we didivend, wat onze savings rate toch enigsinds verhoogde.
We hopen volgende maand weer wat meer te verdienen om onze savings rate op dit niveau te kunnen houden.
Inleg
Het grootste deel van onze inleg ging opnieuw naar VWRL (59.18 %).
De rest van onze maandelijkse inleg ging naar Bitcoin (36.06 %), en een beetje naar Ethereum (4.76 %) om de balans te herstellen.
We haalden deze maand ons doel om 4.5 % van ons vermogen in cryptocurrencies aan te houden (4.68 %).
Ook legden we nauwelijks in in Ethereum, omdat dat ten opzichte van Bitcoin beter presteerde.
We begonnen in 2019 met het inleggen in de fondsen van Invictus capital.
Destijds leek het ons een slim plan om in te leggen in een fonds wat investeerde in de grootste coins, vergelijkbaar met wat indexfondsen doen met aandelen.
Het fonds waar we in investeerden was Crypto10, wat inlegde in de top 10 cryptocurrencies.
Het was ook een “slim” fonds, wat betekende dat het ook cash geld aanhield om zo de volatiliteit te drukken3.
Omdat de markt het goed deed verdienden we best wat geld, en de hedging van het fonds zorgde ervoor dat onze waarde nog deels intact was in april 2022, nadat de gehele cryptomarkt een groot deel van haar waarde verloor.
We besloten in april wat geld uit te nemen om te belanceren naar Bitcoin en Ethereum, dus we verkochten wat C10, kochten er 50 % Bitcoin en 50 % Ethereum van en verplaatsten dat naar onze cold wallet.
De rest lieten we staan in de hoop dat dat nog verder zou renderen.
Een paar weken later kregen we een mailtje dat we geen geld meer konden opnemen, en bleek Invictus het cash geld in stablecoins aan te hebben gehouden. Ook was een ongespecificeerd deel van de waarde van het fonds gehuisvest bij Celcius, het inmiddels failliette cryptokredietverstrekker.
Toch lieten we het deel C10 in onze administratie staan, in de hoop dat het toch nog goed zou komen.
Uiteindelijk besloten we vorige week om dit bedrag af te schrijven.
Als er dan ooit nog geld terugkomt (wat we betwijfelen) zien we dat als een meevaller.
De cijfers
Dit betekent een afschrijving van
1.52 %
van ons vermogen, of bijna 5 keer onze maanduitgaven.
Het aandeel crypto in ons vermogen zakt van
5.42 %
naar
3.9 %1.
We blijven verder werken aan ons doel van 10 % crypto in onze portefuille, en we blijven dat doen volgens het plan.
Omdat we naar zo’n 4 % gezakt zijn, stellen we dat we de bij de inleg van september naar de 4.5 % willen groeien.
In plaats van nog negen maanden zal het dus nog tot oktober volgend jaar duren voor we 10 % van ons vermogen in crypto geïnvesteerd hebben3.
De voortgang naar ons vermogensdoel loopt hiermee terug van
81.14 %
naar
79.91 %.
Een waarschuwing
Het adagium “Not your keys, not your coins” is hier wederom relevant.
Niet direct, want we houden de Crypto10 tokens wel degelijk aan in onze cold wallet.
Echter, Invictus bleek de crypto die ze voor ons kochten wél op een exchange aan te houden.
Toen we besloten onze Crypto10 af te schrijven, besloten we ook nooit meer in te leggen in een fonds als dit.
De Nederlandse inflatie liep in augustus op naar een recordhoogte van 12 %, en na de Amerikaanse renteverhoging van 75 basispunten en de Europese verhoging van een half procent in juli, pleit Klaas Knot—president van De Nederlandse Bank—voor een verdere verhoging van 75 basispunten in september.
Het inflatieprobleem in Europa is op dit moment zo groot dat ik denk dat het onze opdracht is om elke zes weken de rente te verhogen tot het moment dat het inflatiebeeld stabiliseert rond de 2 procent. — Klaas Knot
Ondertussen haalde ons vermogen op 15 augustus een hoogtepunt van 28.26 maal onze jaarlijkse uitgaven.
Dat is hoger dan onze vorige all-time high in januari, toen we 27.36 keer onze jaarlijkse uitgaven behaalden.
Ons vermogen daalde echter in augustus, met -0.67 %.
Dat is inclusief onze inleg.
Zonder inleg bedroeg de daling -1.47 %.
We sloten vorige maand af met 27.07 keer onze jaarlijkse uitgaven, en ons vermogen kromp naar 26.89 keer onze jaarlijkse uitgaven tegen het einde van de maand.
Savings rate
Onze savings rate was deze maand 68.39 % van ons inkomen.
Dat is wederom lager dan vorige maand, omdat onze inkomsten verder stagneerden.
Volgende maand verwachten we weer wat meer inkomsten te hebben, en krijgen we ook weer dividen uitgekeerd, dus dan zal onze savings rate weer hoger uitvallen.
Inleg
We legden volgens plan in in cryptocurrencies, en haalden zo het doel van 5.5 % voor deze maand.
We legden echter ook in in VWRL, omdat dit indexfondsaandeel achter bleef ten opzichte van de cryptoactiva en VUSA.
Het grootste deel van onze inleg ging naar VWRL (59.18 %), en de rest naar Bitcoin en Ethereum.
Omdat Bitcoin deze maand achter bleef ten opzichte van Ethereum investeerden we meer in Bitcoin (36.06 %) dan in Ethereum (4.76 %) om weer ongeveer op 50/50 uit te komen.
De rente-op-rente-formule is een manier om de waarde van een beleggingsportefuille te berekenen na een bepaalde tijd door het beginbedrag meermaals te vermenigvuldigen met een gemiddeld rendement.
Bijvoorbeeld; het historisch gemiddelde rendement van een investering is 5 % op jaarbasis.
Als de waarde van de investering op het beginpunt € 1.000 bedraagt zijn die aandelen na tien jaar € 1.628,89 waard.
Een schatting als deze gaat er echter vanuit dat er elk jaar een rendement van 5 % gehaald wordt, en houdt geen rekening met waardeschommelingen op de beurs.
Zo kan het bijvoorbeeld zijn dat de komende vijf jaar een lager (of juist hoger) rendement opleveren dan gemiddeld, wat een effect heeft op het behaalde rendement, zelfs als de rente daarna naar het gemiddelde bijtrekt.
Historische data
Om rekening te houden met mogelijke schommelingen in de waarde van een investering kunnen we historische jaarlijkse rendementen gebruiken.
Zo kunnen we een bredere schatting maken waar de waarde van de daadwerkelijke portefeuille waarschijnlijk in zal vallen.
Voor indexfondsaandelen zoals VUSA kunnen we bijvoorbeeld de waarde van de S&P500 index sinds 1871 raadplegen.
We gebruiken hiervoor de data van Robert Shiller om zo de jaarlijkse rendementen van de S&P500 (in de vorm van een spreadsheet) te verkrijgen.
Het jaarlijks rendement van de S&P500 tussen 1871 en 2022
1871
9.46 %
1872
5.14 %
1873
-8.81 %
1874
-2.58 %
1875
-1.76 %
1876
-20.4 %
1877
-8.45 %
1878
10.15 %
1879
42.74 %
1880
21.14 %
1881
-4.36 %
1882
-1.86 %
1883
-10.84 %
1884
-18.15 %
1885
22.64 %
1886
7.31 %
1887
-4.84 %
1888
-1.32 %
1889
2.67 %
1890
-10.04 %
1891
13.84 %
1892
1.81 %
1893
-22.99 %
1894
-1.62 %
1895
0.47 %
1896
-1.17 %
1897
15.64 %
1898
24.59 %
1899
0.33 %
1900
15.9 %
1901
14.85 %
1902
4.19 %
1903
-21.04 %
1904
26.2 %
1905
17.08 %
1906
-3.14 %
1907
-28.35 %
1908
32.26 %
1909
11.26 %
1910
-8.04 %
1911
-1.62 %
1912
1.97 %
1913
-10.0 %
1914
-10.63 %
1915
24.73 %
1916
2.57 %
1917
-24.66 %
1918
8.88 %
1919
12.48 %
1920
-19.48 %
1921
2.67 %
1922
21.92 %
1923
-0.79 %
1924
19.82 %
1925
19.57 %
1926
5.93 %
1927
30.82 %
1928
41.81 %
1929
-12.67 %
1930
-26.39 %
1931
-48.06 %
1932
-14.58 %
1933
48.66 %
1934
-12.14 %
1935
48.6 %
1936
27.83 %
1937
-35.7 %
1938
10.52 %
1939
-1.6 %
1940
-14.23 %
1941
-15.36 %
1942
12.99 %
1943
17.44 %
1944
13.84 %
1945
33.58 %
1946
-15.59 %
1947
-2.5 %
1948
3.57 %
1949
9.9 %
1950
25.65 %
1951
14.05 %
1952
8.23 %
1953
-2.75 %
1954
39.83 %
1955
24.02 %
1956
2.9 %
1957
-9.49 %
1958
35.26 %
1959
4.33 %
1960
2.91 %
1961
15.66 %
1962
-5.81 %
1963
17.51 %
1964
12.65 %
1965
8.36 %
1966
-9.5 %
1967
12.54 %
1968
7.32 %
1969
-11.46 %
1970
3.52 %
1971
10.49 %
1972
14.62 %
1973
-18.83 %
1974
-24.5 %
1975
33.49 %
1976
7.16 %
1977
-13.05 %
1978
10.48 %
1979
11.22 %
1980
19.93 %
1981
-11.8 %
1982
23.02 %
1983
15.32 %
1984
3.13 %
1985
21.33 %
1986
27.04 %
1987
-5.29 %
1988
13.93 %
1989
19.12 %
1990
-4.26 %
1991
27.83 %
1992
4.6 %
1993
8.68 %
1994
-1.64 %
1995
32.06 %
1996
24.71 %
1997
25.73 %
1998
29.63 %
1999
14.16 %
2000
-6.31 %
2001
-14.63 %
2002
-21.43 %
2003
26.42 %
2004
4.32 %
2005
8.24 %
2006
11.37 %
2007
-3.19 %
2008
-37.22 %
2009
29.81 %
2010
14.15 %
2011
1.4 %
2012
13.83 %
2013
23.1 %
2014
11.29 %
2015
-5.4 %
2016
18.58 %
2017
22.62 %
2018
-6.54 %
2019
25.73 %
2020
15.73 %
2021
20.56 %
Om te berekenen hoeveel een portefeuille na een bepaalde periode (bijvoorbeeld 2012–2022) waard vermenigvuldigen we het beginbedrag (bijvoorbeeld € 1.000 met het rentepercentage van elk jaar in die reeks.
Door de rentepercentages eerst met elkaar te vermenigvuldigen berekenen we een enkel rentepercentage per periode.
Voor de periode van 2012 tot 2022 is dat 251.68 %.
In die periode werd € 1.000 geïnvesteerd in de S&P 500 dus € 3.516,75 waard!
Meerdere periodes
Om een simulatie te maken die inzicht geeft in historische rendementen gebruiken we het vermenigvuldigde rendement van meerdere jaarreeksen.
Om vast te stellen wat het minimale, gemiddelde en maximale historische rendement was voor een portefeuille van € 1.000 geinvesteerd in de S&P500, berekenen we alle rendementen van elke reeks van tien jaar tussen 1871 en 2022.
Het vermenigvuldigde rendement van elke reeks van tien jaar tussen 1871 en 2022
1871–1881
39.41 %
1872–1882
21.81 %
1873–1883
13.7 %
1874–1884
11.16 %
1875–1885
-6.61 %
1876–1886
16.59 %
1877–1887
57.18 %
1878–1888
63.38 %
1879–1889
46.37 %
1880–1890
5.28 %
1881–1891
-21.81 %
1882–1892
-6.93 %
1883–1893
-3.44 %
1884–1894
-16.6 %
1885–1895
0.24 %
1886–1896
-17.88 %
1887–1897
-24.37 %
1888–1898
-8.1 %
1889–1899
16.03 %
1890–1900
13.38 %
1891–1901
46.07 %
1892–1902
47.37 %
1893–1903
50.8 %
1894–1904
54.63 %
1895–1905
98.35 %
1896–1906
131.15 %
1897–1907
126.54 %
1898–1908
40.37 %
1899–1909
49.01 %
1900–1910
65.25 %
1901–1911
31.12 %
1902–1912
12.32 %
1903–1913
9.93 %
1904–1914
25.3 %
1905–1915
-11.27 %
1906–1916
-5.47 %
1907–1917
0.1 %
1908–1918
5.26 %
1909–1919
-13.36 %
1910–1920
-12.4 %
1911–1921
-23.3 %
1912–1922
-19.96 %
1913–1923
-4.3 %
1914–1924
5.5 %
1915–1925
41.44 %
1916–1926
35.58 %
1917–1927
40.02 %
1918–1928
143.13 %
1919–1929
216.69 %
1920–1930
145.87 %
1921–1931
124.75 %
1922–1932
13.7 %
1923–1933
-20.34 %
1924–1934
19.37 %
1925–1935
-12.48 %
1926–1936
8.77 %
1927–1937
31.27 %
1928–1938
-35.48 %
1929–1939
-49.72 %
1930–1940
-43.34 %
1931–1941
-33.98 %
1932–1942
7.59 %
1933–1943
42.31 %
1934–1944
12.43 %
1935–1945
45.68 %
1936–1946
30.96 %
1937–1947
-13.53 %
1938–1948
31.12 %
1939–1949
22.88 %
1940–1950
37.24 %
1941–1951
101.04 %
1942–1952
170.88 %
1943–1953
159.46 %
1944–1954
114.85 %
1945–1955
163.9 %
1946–1956
145.01 %
1947–1957
198.69 %
1948–1958
177.28 %
1949–1959
262.11 %
1950–1960
243.78 %
1951–1961
181.57 %
1952–1962
185.53 %
1953–1963
148.51 %
1954–1964
200.27 %
1955–1965
141.91 %
1956–1966
111.37 %
1957–1967
85.89 %
1958–1968
131.13 %
1959–1969
83.39 %
1960–1970
55.63 %
1961–1971
56.55 %
1962–1972
49.56 %
1963–1973
81.99 %
1964–1974
25.72 %
1965–1975
-15.75 %
1966–1976
3.79 %
1967–1977
22.91 %
1968–1978
-5.04 %
1969–1979
-2.25 %
1970–1980
22.8 %
1971–1981
42.26 %
1972–1982
13.55 %
1973–1983
21.88 %
1974–1984
73.13 %
1975–1985
136.49 %
1976–1986
114.95 %
1977–1987
154.82 %
1978–1988
177.56 %
1979–1989
186.23 %
1980–1990
206.56 %
1981–1991
144.73 %
1982–1992
254.71 %
1983–1993
201.61 %
1984–1994
184.25 %
1985–1995
171.12 %
1986–1996
195.11 %
1987–1997
189.69 %
1988–1998
284.57 %
1989–1999
337.55 %
1990–2000
319.33 %
1991–2001
310.34 %
1992–2002
174.04 %
1993–2003
105.83 %
1994–2004
139.44 %
1995–2005
153.93 %
1996–2006
108.12 %
1997–2007
85.87 %
1998–2008
43.12 %
1999–2009
-30.69 %
2000–2010
-21.18 %
2001–2011
-3.97 %
2002–2012
14.06 %
2003–2013
65.25 %
2004–2014
60.91 %
2005–2015
71.67 %
2006–2016
50.04 %
2007–2017
59.75 %
2008–2018
102.34 %
2009–2019
201.23 %
2010–2020
191.76 %
2011–2021
195.78 %
2012–2022
251.68 %
Uit deze lijst tien-jaar-rendementen halen we de slechtste (-49.72 % in 1929–1939) en de beste rendementen (337.55 % in 1989–1999).
Ook vinden we de reeks 1893–1903 als de mediaan met een rendement van 50.8 %.
Een investering van € 1.000 werd in het beste historische geval € 4.375,51 waard na tien jaar, en € 502,82 in het slechtste scenario.
De mediale eindwaarde was € 1.508,02 na tien jaar.
Stel, je hebt een doelbalancering, zoals 2% cash, 5 % crypto en 93 % indexfondsen.
Je portfolio is netjes gebalanceerd, dus de daadwerkelijke verhoudingen kloppen met het plan.
Nu besluit je de positie in crypto te willen verhogen naar 10 %.
Dat doe je uiteraard als de cryptomarkt laag staat, omdat je dan je positie goedkoper kunt vergroten.
Even daargelaten of het slim is om nu meer crypto te kopen (dat weet niemand), is het slim om nu meer in te leggen in een categorie die al in balans is volgens het plan?
Is het geen markttiming om juist nu meer crypto aan te gaan kopen, en staat dat niet haaks op de filosofie van het herbalanceren?
Het kan namelijk zijn dat je crypto de komende maanden sneller stijgt dan de andere aandelen.
Als je dan in crypto inlegt om die 10 % te halen wilt komen loop je dus een inleg in de andere aandelen mis, die relatief gezien goedkoper zijn.
Een middenweg
Een middenweg die wij gebruiken nu we besloten naar de 10 % crypto door te willen groeien is om het doelpercentage stapsgewijs op te laten lopen.
De huidige positie is 5 % van ons vermogen, en we willen naar 10 % van ons vermogen groeien.
Gebaseerd op hoe lang we bezig willen zijn en hoeveel we per maand in kunnen leggen kozen we ervoor om onze positie maandelijks met 0.5 % te laten groeien.
Omdat het doelpercentage voor juli 5 % was, is het doelpercentage voor augustus dus 5.5 % van ons vermogen.
We kozen 0.5 % omdat dat een bedrag is wat we altijd wel halen qua inleg.
De meeste maanden investeren we zo’n 0.8 % van ons vermogen.
Omdat we uiteindelijk naar de 10 % willen groeien hebben we nog 5 % te gaan.
Dat zou dus ongeveer tien maanden moeten duren.
Spelregels
In een hypothetische wereld blijft de cryptokoers deze maand exact gelijk, en hebben we volgende maand precies 5 %.
Dan leggen we genoeg geld in om het aandeel crypto in ons vermogen naar 5.5 % te krijgen.
Als er dan nog geld over is investeren we dat in indexfondsen.
Zakken onze cruptoholdings in waarde? Dan leggen we meer in.
Als de waarde zakt naar 4.8 % moeten we meer van onze inleg gebruiken om bij de 5.5 % te komen.
Als de cryptomarkt weer omhoog gaat leggen we dus minder in, want dan stijgt ons aandeel crypto met de markt mee.
Als onze cryptoactiva naar 5.4 % van ons vermogen stijgen leggen we volgende maand dus maar 0.1 % in, en gaat de rest naar indexfondsen.
De maand erna is het doelpercentage 6 %, ook als we de 5.5 % de vorige maand niet gehaald hebben.
Als we achterlopen leggen we dus onze inleg volledig in in cryptoactiva tot we het doelbedrag gehaald hebben.
Dat werkt ook andersom.
Als we voorlopen door winsten op de markt leggen we een maand helemaal niet in in crypto.
Voor- en nadelen
Een belangrijk voordeel van deze tactiek is dat we blijven balanceren.
Omdat we meer moeten kopen als de koers zakt en minder als de koers stijgt kopen we automatisch relatief lager in.
Ook zorgt deze strategie ervoor dat we weer gaan inleggen in indexfondsen.
Hoewel de cryptomarkt deze maanden meer verlies te verwerken kreeg hebben indexfondsen nu ook aantrekkelijke prijzen.
Door niet per definitie alles in crypto in te leggen maken we daar deels gebruik van.
Een nadeel is dat deze manier bijna een jaar gaat duren.
Dat gaat er weer vanuit dat de cryptomarkt plat blijft.
Als de markt stijgt gaat dat natuurlijk sneller, maar dan lopen we de goedkope prijzen van nu misschien mis.
Voor nu lijkt dit een zinnige manier om het aandeel crypto in ons vermogen te verhogen.
Zoals altijd zal de tijd leren of we zo goedkoop ingekocht hebben, of toch winsten gemist hebben.
Het Amerikaanse GDP kromp twee kwartalen op rij.
Dat is technisch een recessie, maar of dat daadwerkelijk zo is bepaalt de NBER meestal maanden of soms jaren later pas.
Het GDP van de afgelopen twee kwartalen bekijken is natuurlijk wel een goede stelregel, dus we kunnen stellen dat dit waarschijnlijk een recessie is.
Dat zullen journalisten ongetwijfeld ook gaan doen.
Na de renteverhoging van 0.75 % beleefde de markt een opleving, wat van july 2022 de beste maand sinds November 2020 maakte.
Waar we in de eerste helft van dit jaar een vermogensverlies van 16 % zagen, groeide de waarde van ons portfolio deze maand behoorlijk.
I do not think the U.S. is currently in a recession. And the reason is there’s just too many areas of the economy that are performing, you know, too well. — Jerome Powell
Ons vermogen steeg in juli met 11.32 %.
Dat is inclusief onze inleg.
Zonder inleg groeide ons vermogen met 10.71 %.
Waar we vorige maand afsloten met 24.32 keer onze jaarlijkse uitgaven, was ons vermogen aan het einde van juli gegroeid naar 27.07 keer onze jaarlijkse uitgaven.
Dat is voor het grootste deel waardevermeerdering van onze indexfondsaandelen, die deze maand 10.05 % in waarde stegen.
Dat tikt aan, want het grootste deel van ons vermogen in hier geïnvesteerd (92.64 %).
Verder stegen onze cryptoactiva deze maand met maarliefst 23.37 %!
Savings rate
Onze savings rate was deze maand 73.75 % van ons inkomen.
Dat is lager dan vorige maand omdat het variabele deel van onze inkomsten deze maand wat terugliepen, en omdat we deze maand geen dividend ontvingen zoals vorige maand.
Ons maandbudget was echter lager dan voorheen, omdat ons vermogen vorige maand kromp.
Omdat ons vermogen op 1 juli minder dan 25 keer onze jaarlijkse uitgaven bedroeg namen we iets minder op dan waar we normaal op rekenen.
Dat had geen effect op onze maandelijkse uitgaven, maar we konden aan het einde van de maand minder storten in het vakantiepotje omdat er minder geld overbleef van ons budget.
Inleg
We bereikten ons doel om 5 % van ons vermogen in crypto aan te houden door winsten in de cryptomarkt, en omdat we deze maand nogmaals inlegden in Bitcoin en Ethereum.
Omdat Ethereum deze maand meer steeg dan Bitcoin investeerden we meer in Bitcoin (76.31 %) dan in Ethereum (23.69 %) om de balans te herstellen.
We kochten Bitcoin op € 22.225,04 en Ethereum op € 1.527,91.
Onze cost basis daalde met deze nieuwe inleg van € 27.250,82 naar € 26.095,24 voor Bitcoin en van € 1.572,49 naar € 1.570,75 voor Ethereum.
We besloten deze maand ons cryptopositie te langzaam te gaan verhogen naar 10 % van ons vermogen.
Daarom zullen we volgende maand waarschijnlijk weer in crypto inleggen.
Afhankelijk van de markt investeren we echter ook weer in indexfondsaandelen.
Tot nu toe hielden we het aandeel crypto in onze beleggingsportefeuille op een conservatieve 5 % van ons vermogen.
Genoeg om maandelijks wat winst te nemen bij een nieuwe bull run, maar niet zoveel dat we een te groot deel van ons geld zouden verliezen bij een nieuwe crypto winter.
Dit jaar verloren we zo’n 66 % van de waarde van onze crypto-activa, en daalde het aandeel crypto in ons vermogen naar 1.70 %.
De cryptomarkt zakte harder dan de aandelenmarkten, maar we verloren daar—om onze kleine positie—relatief weinig geld.
We legden deze zomer geld bij om onze positie terug te krijgen naar die 5 %.
Omdat de cryptomarkt nauwelijks verbetering liet zien zagen we onze cost basis maandelijks dalen.
Na onze inleg van vorige week klommen we weer terug naar die 5 %.
10 %
Hoewel Bitcoin en zeker Ethereum vorige week winsten boekten, bleven ze de afgelopen tijd goedkoop.
Zeker in vergelijking met begin juni, toen ze zo’n anderhalf keer meer kostten.
Omdat het ons nu een goed moment leek om in te leggen, besloten we om onze positie te verdubbelen en 10 % van ons vermogen aan te houden in Bitcoin en Ethereum.
We blijven de komende maanden doorgaan met inleggen in crypto, om zo die 10 % te behalen.
Die tien procent is dan weer opgedeeld een helft Bitcoin en een helft Ethereum.
Dat is voornamelijk zo zodat we kunnen herbalanceren tussen de twee coins.
Als Bitcoin het een maand beter doet dan Ethereum verkopen we een deel om de balans terug te brengen, en vice versa.
Drie scenario’s
Nu kunnen er een aantal dingen gebeuren.
Ten eerste kan het zo zijn dat de markt voorlopig zijwaarts blijft bewegen.
In dat geval blijven we inleggen tot we op tien procent van ons vermogen zitten.
En ander scenario is dat de stijging van de afgelopen week doorzet.
In dat geval blijven we ook inleggen tot we de 10% behalen.
Dat zal sneller zijn dan het scenario hierboven, want de al aangekochte positie stijgt mee in waarde.
De derde optie is het gevaarlijkst.
Wat als de markt blijft dalen?
Als we elke maand tien procent blijven verliezen, blijven we dan volgens het plan inleggen, zelfs als onze cryptopositie een bodemloos gat blijkt te zijn?
We hebben een lange beleggingshorizon, dus hoeven niet direct te verkopen als we geen winsten zien.
We gaan er ook niet vanuit dat cryptocurrency’s een bodemloos gat zullen blijken en de markt nooit meer herstelt
Mocht dat wel zo blijken te zijn, moeten we onze inleg afschrijven.
Wel een zekerheid; als onze positie op onze herbalanceerdag groter is dan tien procent, verkopen we crypto om er ouderwetse indexfondsen mee te kopen.
Zo zijn we van plan winst te nemen als onze cryptocurrency’s weer een bull run ingaan.
De rente-op-rente-formule (of compound interest-formule) is een manier om de waarde van een beleggingsportefeuille te berekenen na een bepaalde tijd, waarbij er periodiek een vooraf bepaald percentage rente word uitgekeerd:
(amount) het resultaat met een beginwaarde , een rente van , renteuitkeringen, en een looptijd van
(principle) de beginwaarde van de portefeuille, voordat er rente is uitgekeerd, in een munteenheid zoals euro’s
(interest rate) de jaarlijkse rente, als decimaal
(number of interest payments) het aantal renteuitkeringen per jaar
(time) het aantal jaren
Een voorbeeld
Een portefeuille met een beginwaarde van € 1.000.000 (=),
met een rente van 5 % per jaar (=),
met 1 renteuitkering(en) per jaar (=):
na 30 jaar (=):
Zonder variabele renteuitkeringen
Rendement van aandelen word vaak per jaar uitgedrukt (in plaats 0.5 % per maand zie je meestal 6 % per jaar1, omdat de rendementen achteraf berekend worden).
In dat geval is , wat weggelaten kan worden voor een simpelere (en makkelijker te onthouden) fomule:
Met een vooraf vastgestelde jaarlijkse opname
Om de waarde van een beleggingsportefeuille te berekenen na een bepaalde hoeveelheid jaren, met een vooraf vastgestelde jaarlijkse opname:
(amount) het resultaat met een beginwaarde , een rente van , een vaste jaarlijkse opname van , en een looptijd van
(principle) de beginwaarde van de portefeuille, voordat er rente is uitgekeerd of geld is opgenomen, in een munteenheid zoals euro’s
(interest rate) de jaarlijkse rente, als decimaal
(time) het aantal jaren
(withdrawal) de jaarlijkse vaste opname, in een munteenheid zoals euro’s
Een voorbeeld
Een portefeuille met een beginwaarde van € 1.000.000 (=),
met een rente van 5 % per jaar (=),
met een jaarlijkse opname van € 40.000 per jaar (=),
Begin dit jaar, op 3 januari, behaalde ons portfolio voor het laatst een all-time high van 27.36 keer onze jaarlijkse uitgaven.
Daarna ging het bergafwaarts.
Ten opzichte van het hoogste punt was de waarde van ons portfolio op 15 juni met ongeveer 16 % gezakt.
We verloren in een half jaar zo’n 4.48 keer onze jaarlijkse uitgaven.
We zakten op het dieptepunt1 naar 22.88.
Portfoliowaarde tussen 1 januari 2022 en 30 juni 2022
Dat is voor ons het grootste papieren verlies ooit.
Hoewel we in de 2020 crash procentueel meer zakten, verloren we ditmaal meer geld, omdat ons portfolio inmiddels verder gegroeid was.
66 % verlies in crypto-activa
Procentueel boekten we de grootste verliezen in crypto.
Vergeleken met het begin van het jaar leverden we daar zo’n 66 % in.
Deze verliezen hebben een klein effect op de waarde van het portfolio, omdat we een betrekkelijk kleine cryptopositie hebben.
Op het hoogtepunt was die 4.16 % van ons vermogen, op het dieptepunt 1.70 %.
15 % verlies in indexfondsaandelen
Onze indexfondsaandelen waren 15 % minder waard, wat voor het grootste deel van het verlies zorgde.
Het percentage aandelen is gegroeid, omdat de cryptoinvesteringen meer daalden dan onze indexfondsaandelen.
In januari was 94.89 % van ons vermogen geïnvesteerd in aandelen, op het dieptepunt was dat 96.18 %.
De S&P 500 daalde in deze periode 20.6 %.
Hoewel we een groot deel (nu 62.77 %) van ons vermogen in het VUSA indexfonds geïnvesteerd hebben, boekten we toch minder verlies.
In dit geval omdat we een deel (31.59 %) van het iets beter presterende VWRL bezitten, en omdat we zoals vooraf gepland maandelijks bleven inleggen.
Adjusted for inflation, 2022 first half
S&P 500 down 25-26%, and
Nasdaq down 34-35%, Bitcoin down
64-65%.
That was multiple compression.
Next up, earnings compression. So,
maybe halfway there. — Michael Burry
Deze maand daalde de waarde van ons portfolio met -3.35 %.
De daling word beperkt door de inleg die we deden vanuit ons inkomen.
Als we die inleg niet meerekenen hebben we een resultaat van -4.79 %.
Savings rate & dividend
De inleg was hoger dan normaal, want we haalden een savings rate van 81.26 %.
Dat is uitzonderlijk hoog, omdat onze indexfondsaandelen dividend uitkeerden.
Zonder het dividend zouden we uitgekomen zijn op een savings rate van 73.91 %1.
Onze indexfondsaandelen keren viermaal per jaar dividend uit, dus eens per drie maanden.
Deze keer bedroeg de uitbetaling 1.5 keer onze maandelijkse uitgaven, of 0.51 % van ons vermogen.
VUSA keerde 0.36 % dividend uit terwijl VWRL 0.87 % uitbetaalde (daarnaast 1.65 % voor VHYL en 0.4 voor VTI).
Uiteindelijk zijn de uitbetalingen ongeveer gelijk (0.22 % versus 0.27 % van ons vermogen) omdat we 2 keer zoveel VUSA bezitten.
Onze uitgaven bleven gelijk (we nemen elke maand hetzelfde budget op om van te leven) maar onze inkomsten verschillen maandelijks.
Inleg
We kochten deze maand tweemaal in.
De eerste keer was op de 20e.
Dat is onze standaard herbalanceringsdag, omdat we dan het grootste deel van ons inkomen in salaris ontvangen.
De tweede inleg deden we op de 29e, toen we dividend ontvingen op onze beleggingsrekeningen.
We investeerden ongeveer de helft in Bitcoin, en de andere helft in Ethereum, om de balans weer zo dicht mogelijk naar 50/50 te krijgen.
Hoewel het plan is om 5.00 % crypto aan te houden, zakte ons aandeel crypto de afgelopen maanden naar 2.62 % door verliezen op de cryptomarkt.
Met deze inleg steeg ons deel crypto terug naar 4.32 % van ons portfolio.
We kochten Bitcoin op € 19.535,03 en Ethereum op € 981,62 op 20 juni en Bitcoin op € 19.178,06, en Ethereum op € 1.108,69 op de 29e.
Onze cost basis daalde met deze nieuwe inleg van € 39.815,66 naar € 27.250,82 voor Bitcoin en van € 1.865,51 naar € 1.572,49 voor Ethereum.
Het ziet ernaar uit dat we volgende maand nogmaals in crypto inleggen voor we weer doorgaan met onze inleg in indexfondsen, om zo terug te balanceren naar 5.00 % crypto in ons portfolio.
Dat ligt er uiteraard aan hoe de markt zich de komende tijd ontwikkelt.
Ons doel is een portfolio te bouwen wat 33 keer onze jaarlijkse uitgaven bedraagt, om zo financieel onafhankelijk te worden.
We kozen 33 om wat levensstijlinflatie in te calculeren, maar volgens de 4 % regel1 zouden we nu al financieel onafhankelijk zijn, omdat ons vermogen al meer dan 25 keer onze jaaruitgaven bedraagt.2
Hoewel we niet per se van plan zijn met pensioen te gaan als we ons doelbedrag behalen, waren we wel benieuwd of we comfortabel konden leven van het rendement van ons huidige portfolio.
Daarom begonnen we afgelopen april met pre-rentenieren door alvast van ons geschatte rendement te gaan leven, als een soort generale repetitie.
Hoe het werkt
We hebben nog een inkomen, dus we storten dat direct door naar de spaarrekening als het binnenkomt.
Die spaarrekening balanceren we op een vastgestelde dag in de maand met onze investeringen.
Op de eerste dag van elke nieuwe maand storten we ons maandbudget de spaarrekening naar onze betaalrekening.
Omdat we per jaar 4% van onze portfoliowaarde uit kunnen geven nemen we daar maandelijks een twaalfde van.
Vanuit de betaalrekening gebruiken we het geld om de vaste lasten, boodschappen en andere dingen te betalen.
Als er aan het einde van de maand geld over is op de betaalrekening, storten we dat naar een spaarpot die we voor dingen zoals vakantie gebruiken.
Ook besloten we dat we ons rentenier-inkomen vast zouden zetten op het huidige bedrag.
Dus zelfs als ons portfolio groeit en 4 % meer geld zou moeten opleveren blijven we het huidige bedrag opnemen.
Als we dat een tijd volhouden en onze portfoliowaarde groeit, nemen we uiteindelijk maar 3 % per jaar op.
Als het portfolio in waarde daalt, daalt het maandbudget wel mee, we kunnen namelijk niet meer geld uitgeven dan we aan rendement ontvangen.
Pay yourself first
We leefden al van een soortgelijk deel van ons inkomen, maar deden het andersom.
We betaalden eerst onze maandelijkse kosten, boodschappen en aankopen, en legden dan het restant in op onze spaarrekening.
Nu betalen we onszelf eerst.
Het geld gaat eerst naar de spaarrekening, en daarvan gaat een vooraf vastgestelde hoeveelheid naar onze maandelijkse uitgaven.
Nu we een aantal maanden aan het pre-rentenieren zijn hebben we meer vertrouwen dat het ons ook zou lukken als we geen maandelijks inkomen meer zouden verdienen.
Tot dusver lijkt het dus mogelijk om een stabiel inkomen op te nemen en daarvan te leven.
Hoewel we nog een tijdje van ons vermogensdoel verwijderd zijn blijven we voorlopig verder gaan met pre-rentenieren.
De doelverdeling van ons portfolio is 2 % cash, 88 % aandelen en 10 % crypto.
De daadwerkelijke verdeling verschuift van dag tot dag, omdat de waarden van onze investeringen fluctueren, en omdat we inkomen ontvangen.
Elke maand, op een vooraf gekozen dag, herbalanceren we ons beleggingsportfolio.
Wat is herbalanceren?
De doelverdeling van je portfolio is het plan waarin je bepaalt waarin je wilt investeren en hoeveel risico je wilt nemen.
Omdat je holdings afzonderlijk van elkaar fluctueren in waarde kan het zijn dat de balans in je portfolio na een tijdje niet meer klopt met je doelverdeling.
Herbalanceren is het periodiek verkopen en kopen van posities om de originele balans weer te herstellen.
Een vooraf bedachte verdeling hebben en investeringen periodiek herbalanceren heeft als voordeel dat je altijd weet waarin je wilt investeren op het moment dat het geld binnenkomt.
Het meeste gaat simpelweg naar de categorie die vergeleken met de anderen achterblijft, om zo de balans te herstellen.
Ook voorkomt dit dat je toch gaat proberen om de markt te timen.
Een voorbeeld
Stel, de waarde van een portfolio is € 100.0001.
Door de bovenstaande verdeling aan te houden is er dus € 2.000 in cash, € 5.000 in crypto, en € 93.000 in aandelen.
Stel, er komt € 3.000 aan inkomen binnen op de bankrekening, er is dus nu € 5.000 in cash.
Verder gebeurt er in dit voorbeeld niets (geen uitgaven en ook geen fluctuaties in de waarde van het portfolio).
Omdat er deze maand geld bijgeschreven is op de bankrekening is die gegroeid naar 4.85 % van het totale vermogen.
Het totale vermogen is ook gestegen, dus de verhoudingen zijn nu 4.85 % cash, 4.85 % crypto, en 90.29 % aandelen.
We zijn nu cash-heavy, want we zouden maar 2.00 % cash aan moeten houden (dat is € 2.060), dus we moeten € 2.940 verdelen over de andere categorieën.
Categorie
Huidig
Doel
Verschil
Cash
4.85 %
€ 5.000
2.00 %
€ 2.060
€ -2.940
Bitcoin
2.43 %
€ 2.500
5.00 %
€ 5.150
€ 2.650
Ethereum
2.43 %
€ 2.500
5.00 %
€ 5.150
€ 2.650
VUSA
60.19 %
€ 62.000
58.67 %
€ 60.427
€ -1.573
VWRL
30.10 %
€ 31.000
29.33 %
€ 30.213
€ -787
Totaal
100.00%
€ 103.000
100.00%
€ 103.000
€ 0
Door het verschil te berekenen tussen de huidige verdeling en de doelverdeling weten we waar het geld naartoe moet.
In dit geval investeren we € -1.573 in VUSA, € -787 in VWRL, en € 2.650 in Bitcoin en Ethereum2.
Buy low, sell high
Het doel van een verdeling zoals deze is dat het makkelijk word om te bepalen waar we in investeren.
Een bijkomend voordeel is dat we zo altijd inleggen in een categorie die achterloopt.
Als de cryptomarkt bijvoorbeeld onderuit gaat, daalt het daadwerkelijk percentage onder het doelpercentage, dus leggen we daar meer in om het verschil goed te maken.
Dat werkt ook zo met cash.
Als onze investeringen minder waard worden, verlaagt ook het bedrag wat we in cash aan moeten houden, dus dat investeren we dan in de andere categorieën.
Andersom—als onze investeringen meer waard worden—houden we wat meer cash aan.
Nog een voorbeeld; we nemen hetzelfde portfolio van € 100.000 van hierboven.
In deze hypothetische maand is er weer een inkomen van € 3.000, maar de waarde van VUSA is 20 % gekelderd (de rest blijft gelijk).
In plaats van € 62.000 zijn die aandelen nog maar € 49.600 waard (een verlies van € 12.400).
Het totale vermogen is dus € 90.600.
Categorie
Huidig
Doel
Verschil
Cash
5.52 %
€ 5.000
2.00 %
€ 1.812
€ -3.188
Bitcoin
2.76 %
€ 2.500
5.00 %
€ 4.530
€ 2.030
Ethereum
2.76 %
€ 2.500
5.00 %
€ 4.530
€ 2.030
VUSA
54.75 %
€ 49.600
58.67 %
€ 53.152
€ 3.552
VWRL
34.22 %
€ 31.000
29.33 %
€ 26.576
€ -4.424
Totaal
100.00%
€ 90.600
100.00%
€ 90.600
€ 0
In dit geval nemen we € 3.188 aan cash om in te leggen.
Dat is meer dan het maandelijkse inkomen van € 3.000, omdat we een deel van onze cash reserve inleggen.
Dat komt omdat de 2.00 % cash die we aanhouden minder is geworden (€ 1.812 in plaats van € 2.060 in het vorige voorbeeld) door de VUSA crash.
Ook verkopen we hier aandelen VWRL en ETH en BTC, omdat die posities naar verhouding te hoog zijn.
Zo kopen we altijd meer als onze investeringen minder waard worden (en dus goedkoper zijn), en minder als ze duurder zijn.
We stelden onszelf in juni 2015 een vermogensdoel wat op dit moment 33.33 keer onze jaarlijkse uitgaven bedraagt. We zijn nu dus zo’n 8 jaar aan het investeren.
Op dit moment is onze portfoliowaarde ongeveer 25.71 keer onze jaarlijkse uitgaven.
Voortgang naar vermogensdoel: ~ 25.71 keer jaaruitgaven / ~ 33.33 keer jaaruitgaven ≈ 77.14 %
Uitgaande van lineaire groei1 vanaf hier zouden we ons doel binnen 3 jaar—in augustus 2025—moeten behalen.
Als dat lukt zijn we van 0 naar 33.33 keer onze jaaruitgaven gegroeid in minder dan 11 jaar (10 jaar en 2 maanden, om precies te zijn).
Wij investeren maandelijks het grootste deel van ons inkomen in verschillende investeringscategorieën.
Als een van de categoriën procentueel sneller of langzamer groeit dan de rest ontstaat er scheefgroei in ons portfolio.
Daarom herbalanceren we ons portfolio maandelijks terug naar onze doelverdeling.
Doelverdeling
Wij streven naar een verdeling van 2 % cash,
10 % crypto (50 % Bitcoin en 50 % Ethereum) en
88 % indexfondsen (33 % VWRL en 67 % VUSA)
in ons portfolio.
Cash
2.00 %
Crypto
10.00 %
ETH
5.00 %
(50.00 % van crypto)
BTC
5.00 %
(50.00 % van crypto)
Indexfondsen
88.00 %
VWRL
29.33 %
(33.33 % van indexfondsen)
VUSA
58.67 %
(66.67 % van indexfondsen)
Totaal
100.00 %
De indexfondsen en crypto zijn beide een mix met twee componenten.
Indexfondsen
Onze indexfondsen zijn 33.33 % VWRL en 66.67 % VUSA.
Dat kozen we ooit zo omdat Amerikaanse beleggers veelal in fondsen zoals VTI belegden—met VUSA als Europees equivalent—terwijl Europese beleggers vooral VWRL kozen.
Wij legden het grootste deel in VUSA, omdat de expense ratio lager was (0,07 % in plaats van 0.22 % voor VWRL), en omdat VUSA historisch beter presteerde.
Dat is trouwens nog altijd zo.
Crypto-activa
Onze 10.0 % crypto is onderverdeeld in 50.00 % Ethereum en 50.00 % Bitcoin.
De verhouding tussen Ethereum en Bitcoin is voornamelijk gekozen zodat we makkelijk tussen coins kunnen balanceren.
De daadwerkelijke verdeling
De daadwerkelijke verdeling verschilt dagelijks door fluctuaties op de markt.
Vandaag is onze verdeling bijvoorbeeld 1.33 % cash, 6.69 % crypto, en 91.98 % indexfondsen: